Groen Genk trekt al zeer lang de kar voor extra middelen voor het flankerend onderwijsbeleid in Genk. Maar het verhaal is niet af, dat beseffen we maar al te goed.
Politiek gaat over prioriteiten en het maken van keuzes. De prioriteit voor het Genkse onderwijs is voor Groen Genk het verder terugdringen van de onderwijsachterstand en daarmee samen het bestrijden van de kansarmoede.
Realisaties
In 2012, op het einde van de vorige bestuursperiode toen Groen nog binnen het kartel met PROGenk in de oppositie zat, ging Groen in onze gemeenteraad het debat aan over het beperkte budget dat in Genk werd vrijgemaakt voor flankerend onderwijs en waarbij uit de jaarrekening bleek dat de middelen vaak niet werden benut. In de huidige bestuursperiode zijn er mede onder onze impuls substantieel meer middelen voor opvoedingsondersteuning en onderwijs in Genk vrijgemaakt en ook effectief ingezet. We denken dan onder meer aan projecten zoals Instapje, de vele huisbezoeken die worden afgelegd, het kinderrechtenonderzoek, het versterken van het taalbeleid in de lagere en nu ook in de middelbare scholen, de Huizen van het Kind, het uitbouwen van een brede leer- en leefomgeving, de kinderopvang met aandacht voor talentontwikkeling in de vrije tijd. Hierbij is het belangrijk dat de Genkse middelen niet versnipperd raken.
We zorgden er in Genk ook voor dat mensen in armoede gebruik kunnen maken van de kinderopvang. Want dat is voor ons belangrijk, dat kinderopvang toegankelijk is voor iedereen. Zo kwamen er in Genk de kinderopvangcheques.
In Genk investeren we zo in de drie opvoedingsmilieus: ouders, school en vrije tijd. Maar hou hierbij steeds in het achterhoofd dat Genk als stad slechts flankerend kan werken aan wat scholen en het onderwijslandschap in Vlaanderen doen. Dat is geen excuus, maar een feitelijkheid.
De armoedecijfers zijn ons bekend, alsook hun negatieve invloed op de slaagkansen van onze jongeren in het onderwijs. Maar wat zijn de antwoorden? Doordacht en gebundeld de middelen waarover we in Genk beschikken blijven inzetten, opvolgen en evalueren. Met duidelijke en meetbare engagementen van alle betrokken partners. En een doorlopende lijn inzake taalbeleid.
Taalontwikkeling
De achterstand inzake taalontwikkeling begint reeds op zeer jonge leeftijd. In het Jaarboek ‘Armoede en Sociale Uitsluiting 2008’ toonde men reeds aan dat armoede de ontwikkelingsscores van kinderen al vanaf het eerste levensjaar naar beneden haalt. Op de leeftijd van drie is de kloof geslagen. Daarom wordt in projecten zoals Instapje op de voorschoolse periode ingezet. Dat dit werkt is wetenschappelijk aangetoond. Wij geloven in het kleuteronderwijs om de kansen van onze jonge kinderen te vergroten. Zo goed als alle Genkse kindjes gaan naar de kleuterklas. De kleuterparticipatie is in Genk hoog. Daar liggen kansen tot versterking.
Inzetten op ouderbetrokkenheid bij het schoolse gebeuren is noodzakelijk om tot een succesverhaal te komen. Eenzijdig focussen op de kennis van het Nederlands van de leerlingen, is dus niet genoeg. Ook de ouders maken deel uit van het verhaal. We zijn ervan overtuigd dat een tweesporenbeleid in deze vruchten afwerpt, enerzijds onze Genkse ouders in hun rol versterken, maar anderzijds ook een duidelijke oproep aan alle ouders om betrokken te zijn bij de schoolloopbaan van hun kinderen, kennis van het Nederlands, deelname aan het ouderbestuur van onze scholen.
Begrijpend lezen blijft een zeer belangrijke uitdaging voor de lagere scholen. Dit begrijpend lezen gaat overal achteruit, niet alleen in Genk. Ook de “kleur” van de school doet er niet toe, bleek uit Genks onderzoek. Het geleverde werk in de lagere scholen op het vlak van taalbeleid, en het vervolgtraject in het middelbaar is dus niet af. Bijlange niet. Onderzoek gaf ook aan dat Genkse kinderen in hun vrije tijd het lezen van een boek niet zo vaak als hun favoriete bezigheid noteren. We zullen dus ook moeten focussen op een leesbevorderingsbeleid in de vrije tijd. Groen wil daarom naast het flankerend onderwijs onder meer de rol van de Genkse bibliotheek verder versterken, een brede leer- en leefomgeving uitrollen, boekenbezit via deelsystemen promoten.
Studiekeuze
Aanvullend en binnen onze mogelijkheden kunnen we het flankerend onderwijs richten op het middelbaar. Een goede schoolkeuze is in deze belangrijk. De onderwijshervorming van het middelbaar werd echter niet door Genk beslist. Groen is ervan overtuigd dat in overleg een studiekeuzebeurs op scharniermomenten (van de lagere school naar het middelbaar, van de eerste graad naar het derde middelbaar, verder studeren) jongeren helpt bij het maken van een bewuste en een positieve keuze. Dit verhoogt de motivatie en de kans op slagen. En minder zittenblijven en een juiste studiekeuze maken verlagen op hun beurt de ongekwalificeerde uitstroom.
De meest opvallende cijfers voor het middelbaar onderwijs zijn het beperkt aantal leerlingen dat naar het TSO gaat en de terugval die daar te noteren is. Dat cijfer moet omhoog. Technisch onderwijs aantrekkelijk maken is de uitdaging. De T2-campus is in deze schitterend. Genkse (basis)scholen kunnen onze kinderen en jongeren zo warm maken voor deze richtingen.
Kosten
Voor wie van het aanbod gebruik wil maken in de vrije tijd, willen we komen tot een 80-20 regel, waarbij mensen in armoede 20% van de kosten zelf dragen. Want iedere Genkenaar moet aan dit aanbod kunnen deelnemen, niet alleen via de school, maar ook in de vrije tijd.
En tot slot de schoolfactuur. Financiële zorgen wegen op je mogelijkheden als ouder om nog energie te hebben voor zaken zoals het helpen met het huiswerk. We willen aanvullend aan het onderwijsbeleid dan ook een duurzaam tewerkstellingsbeleid met aandacht voor het behalen van een diploma en levenslang leren. En indien nodig, financieel ontzorgen.